Algemene nabestaandenwet
Artikel 46b
1
De Sociale verzekeringsbank schort de betaling van de uitkering op, indien blijkt dat het door de nabestaande verstrekte adres van hemzelf of van een kind afwijkt van het adres waaronder de betrokkene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven.
2
Geen opschorting vindt plaats:
a
indien de afwijking redelijkerwijs geen gevolgen kan hebben voor het recht op of de hoogte van de uitkering;
b
indien de nabestaande van de afwijking redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt.
3
De Sociale verzekeringsbank doet schriftelijk mededeling van de opschorting aan de nabestaande.
4
De opschorting wordt beƫindigd zodra het aan de Sociale verzekeringsbank gebleken is dat de afwijking niet meer bestaat.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.